Fritz-Höger-Preis 2014 für Backstein-Architektur

First half of 2011 an urban pavilion by Bedaux de Brouwer Architecten has arisen in the Primus van Gils Park in Tilburg. Until now, this area in the city center had been characterized by an exceedingly patched up urban condition. This pavilion by Jacq. de Brouwer intends to reconcile its parts.

Standing firmly in the middle of the park and being clearly visible from all angles the pavilion’s key ambition is to become a spatial conductor. Dynamic connections to the surrounding greenery and the cityscape are forged.

Two apartments stacked on top of a shared entrance level make up a circular-shaped five level structure. Rooms of both apartments that require privacy are grouped together on the third and fourth level. The rooms are made introvert and are kept within the core. The second and fifth level contain outward looking spaces.

Large sweeping window bays provide maximum panoramic views and have the advantage of allowing the use of large sliding window panes that open up the façade. The window bays spiral upwards as if to actively search for optimum orientation. Privacy and engagement are caught in a whimsical display of twisting and turning. Like a combination lock the bays latch into their final position.

By rendering the whole building in a dark glazed brick the impression of an amassing edifice is amplified. The suggestive weight grants the sweeping gestures tectonic forcefulness. A distinctive brick-laying technique of recessed bed joints and omitted head joints makes the masonry at times appear almost like textile.

In its staged setting, this pavilion will be continuously at play to attune the space of the city.

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

In maart 2011 is in het Primus van Gils Park in Tilburg een stedelijke paviljoen van Bedaux de Brouwer Architecten opgeleverd. Tot nu toe werd dit deel van het centrum van de stad gekenmerkt door een korrelige stedelijke conditie. Dit paviljoen van Jacq. de Brouwer heeft de ambitie om de afzonderlijke delen weer in overeenstemming te brengen.

Gepositioneerd in het midden van het park en duidelijk zichtbaar vanuit alle hoeken fungeert het paviljoen als een soort ruimtelijke dirigent. Dynamische verbindingen met het omringende groen en het stadsbeeld zijn gecreëerd.

Twee appartementen gestapeld bovenop een gemeenschappelijke ingang met garage vormen tezamen een cirkelvormige structuur van vier verdiepingen en een dakterras. De ruimtes van beide appartementen die privacy behoeven zijn gegroepeerd op de tweede en derde verdieping. Deze ruimtes zijn introvert vorm gegeven en bevinden zich in de kern van het gebouw. De eerste en vierde verdieping bevatten naar buiten gerichte ruimtes.

Grote uitwaaierende erkers zorgen voor maximale panoramisch uitzichten en hebben het voordeel dat ze het gebruik van grote schuifpuien toestaan waardoor de gevel geopend kan worden. De erkers draaien in een spiraal naar boven alsof ze actief op zoek zijn naar een optimale oriëntatie. Privacy en engagement zitten gevangen in een expressief spel. Als een combinatieslot vergrendelen de erkers in hun uiteindelijke positie.

Door het hele gebouw in een donkere geglazuurde baksteen uit te voeren wordt de indruk van een zich vormende massa versterkt. De suggestie van zwaarte verleent de ruimtelijke gebaren een tektonisch accent. Een gedistingeerde metseltechniek van verzonken langsvoegen en weggelaten stootvoegen geeft het metselwerk een bijna textiele uitstraling.

In zijn geënsceneerde omgeving, zal dit paviljoen continu het spel om de ruimte van de stad in gang zetten.